BR0075 - Reisverslag uit , van Jeltje Doeven - WaarBenJij.nu BR0075 - Reisverslag uit , van Jeltje Doeven - WaarBenJij.nu

BR0075

Door: Jeltje

Blijf op de hoogte en volg Jeltje

21 Oktober 2010 | ,

BR 0075 12.30 h.
Amsterdam Open

De aanblik van het elektronisch bord dat mijn tijdenlijke terugkomst naar Nederland aankondigde, deed mijn hart een huppeltje maken. Al twee dagen eerder was ik van huis gegaan en dan heb ik het nog niet over andere voorbereidingen: werk afronden, souvenirs inslaan, inpakken. Maar die lichtende letters maakten het in een klap echt. Er stond daar een vliegtuig dat mij naar Amsterdam zou brengen! Naar het land waar ik twee weken lang weer iedereen zou kunnen zien die ik heb gemist, waar ik bruin brood met kaas kan eten, waar je op de fiets kunt stappen zonder direct gevaar voor eigen leven, waar je water uit de kraan kunt drinken en waar je mensen op ooghoogte aan kunt kijken.
Een kleine 12 uur en een voorspoedige vlucht later zet ik weer voet op Hollandse bodem. ‘Het ruikt naar schoonmaakmiddel!’ is de eerste gedachte die in mijjn hoofd opkomt, niet zo heel vreemd terugkijkend op mijn eerste cultuurschok een jaar geleden tijdens een bezoek aan de Cambodjaanse markt waar de vissen uit de bakken springen en de vliegen het vlees marineren met hun toekomstig kroost. Herenigd met mijn rugzak die voor tweederde is gevuld met Mondulkiri koffie, T-shirts en zijde, val ik in de armen van mijn persoonlijke welkomst delegatie, inclusief, jawel, spandoek!
Wat meer kan een meisje vragen?

Een auto om mee rond te crossen? Zelfs die staat al op me te wachten in het vertrouwde Zoetermeer in de vorm van mijn trouwe Peugeot.
Dus cross ik twee weken lang Nederland door over spiegelgladde snelwegen, drink ik liters wijn, eet ik kilo’s appeltaart, kaas, bitterballen en stamppot met rookworst en brabbel ik met alle babies die ondertussen zijn voortgebracht in de vriendenkring, want ja, ook dat gaat door. Ik fiets door de polder, zit in het zonnetje op een Haags en Delfts terras (zij het met sjaal en dikke trui, want wat is het koud en wat doen al die mensen toch in een dun T-shirt?) en hang ik de toerist uit door een familiedagje in Amsterdam te combineren met een bezoek aan de Hermitage. Zelfs mijn verjaardag wordt niet vergeten. Het waren twee fantastische weken.

Als al het goede ten einde is gekomen, zet ik mijn ruzgzak (dit keer gevuld met stroopwafels, drop, hagelslag, niewe lange broeken en Nederlandstalige boeken) op de limoentjes frisse bagageband bij de incheckbalie op Schiphol. De volgende ochtend is het voor de Thai al middag als het toestel in Bangkok landt en besluit ik in daar te overnachten in plaats van direct door te reizen naar het grensplaatsje Trad, zoals het oorspronkelijke plan was, waar ik vervolgens in een donker, ingeslapen dorp een slaapplaats had moeten zoeken. De volgende dag pak ik voor het gemak de Skytrain om bij het busstation te komen, waarbij het genot direct wordt ingeperkt door die dertig kilo die ik meesjouw aan stroopwafels en het feit dat het spitsuur en 35 graden is. De bus doet echter niet moeilijk over een paar stroopwafels, dus met mijn last in zijn buik heb ik een paar rustige uurtjes (zowaar, de muziek staat zacht) tot ik in Trad met de minibus naar de werkelijke grens met Cambodja doorreis, de bagage in een duwkar overhevel en de grens over wandel. Een overhulpvaardig ventje wil wel even mijn stempels regelen en is zelfs niet te beroerd mijn immigratie papier in te vullen. ‘Nee’ zeggen heeft geen zin, zodoende zit ik een kwartiertje later een paar dollar armer, klassiek afgezet, maar droog in een taxi naar in grijze slagregens gehulde Koh Kong.

Koh Kong heb ik een keer eerder bezocht toen ik mijn pink beter zat te kijken na het motorongeluk, dus het kan zeker geen kwaad het een tweede kans te geven. Daar komt bij dat Ilja daar woont en we samen het VSO vrijwilligers krantje in elkaar zetten dat wij heel chique het ‘NSJ magazine’ noemen. Waarbij ‘NSJ’ voor ‘Nek smak jet’ staat (juist!) en dat betekent ‘vrijwilliger’.
We werken twee dagen flink door en schieten lekker op, wat ons de kans geeft om met een bootje naar een school te gaan dat op een eilandje ligt. De huizen staan op het strand en in dit geval tijdens de regen, in de modder. Droge voeten houden op dit eiland is geen optie. De meeste bewoners zijn op een bepaald punt in de geschiedenis van het eiland tot de conclusie gekomen dat schoenen overbodig zijn, wat gezien deze context niet zo gek is.
De schooldirecteur is ook commune chief wat inhoudt dat hij een leidersfiguur op het eiland is. De beste man heeft een eigen micro krediet systeem opgezet waar de hele gemeenschap gebruik van kan maken, er wordt gewerkt aan aarden walletjes tussen de mangroven die als wegen dienst doen, met boompjes aan de zijkanten om erosie tegen te gaan. Met gedoneerd geld wordt actief een schoolgebouw neergezet door leden van de gemeenschap. Van kokosnoten worden souvenirs gesneden door verschillende vrouwen, die samen met tassen van gerecycled papier worden verkocht aan toeristen. Het dorpje heeft het vermogen met niets alles te maken. Wat een voorbeeld!

De ochtend voordat ik op de bus naar Phnom Penh stap, rijden Ilja en ik naar de waterval van Koh Kong. Voor zwemmen is deze niet uitermate geschikt, maar hij is schitterend en het water spoelt koel onze voeten schoon. Een voltallige Khmer familie ziet de functionaliteit van de waterval als badkuip en ook oma is mee voor een wasbeurt. Op de terugweg omhoog naar de motor loopt zij met zoonlief voor ons. Haar rug is zo krom dat haar schouders niet veel hoger uitkomen dan haar heupen, maar een aangeboden hand van Ilja gebruikt ze meer om Ilja over de gladde rotsen te slepen, dan om er zelf steun aan te ondervinden. Ter Ilja’s verdediging moet worden gezegd dat het oude vrouwtje kennelijk geen last had van haar ogen, want ze wist precies de gemakkelijkste routes te bewandelen, Ilja zo over de gladdere gedeeltes dwingend.

Helaas kwam aan het Koh Kong tripje snel een einde en in de stromende regen rijd ik naar de hoofdstad, waar ik op zaterdag de vergadering van de zogenaamde ‘volunteer committee’ bijwoon. Die zondag sta ik klaar bij het huis van Sarah, die haar extra matras aan me had aangeboden, om in de taxi te stappen. Eindelijk zou ik weer naar mijn houten huisje in Sen Monorom gaan, met uitzicht over het meer, naar de groene heuvels en de gezelligheid van de Greenhouse bar opgetrokken uit bamboe, naar de Tropische temperaturen die op achthonderd meter hoogte een stuk prettiger aanvoelen, naar de verkoelende watervallen en naar noedelsoep vrouwtje waar ik mijn ontbijtje slurp. De taxi kan makkelijk een half uur te vroeg of te laat komen, een half uur na de afgesproken tijd maak ik me dan ook nog geen zorgen. Al ben ik wel een beetje geirriteerd dat de taxichauffeur zijn telefoon niet beantwoordt. Nog een half uur later begin ik toch echt onrustig te worden en uiteindelijk blijkt inderdaad dat de taxi mij niet kon vinden, mij op een overbezet telefoonnetwerk niet kon bereiken en tegen deze tijd al een flink eind op weg is. Dit blijkt helaas, zoals wel vaker gebeurt in dit land, achteraf, na een helse motortaxi rit door de achterstraten de hele stad doorkruisend met alle bagage hangend aan mijn lijf. Stijf van de kramp rol ik een half uur later de motor af bij de minibus standplaats, waar alle minibussen en taxi’s zijn vertrokken op twee na die mij best mee willen nemen voor $60.

In de tuctuc terug naar mijn slaapadres stoom ik als een fluitketel en moet Ilja een woeste mij aanhoren aan de telefoon.
Mijn extra dagje in Phnom Penh wordt heel vervelend gevuld met een nieuw kleurtje op mijn nagels (grijs) en een voetmassage (tegen de stress). De volgende dag is de taxichauffeur een half uur te vroeg en mag ik met korting de hele passagiers stoel opeisen. (Normaal gesproken boek ik twee plaatsen, wat betekent dat je in werkelijkheid een stoel hebt. Een Khmer neemt doorgaans genoegen met een halve stoel. Zo kun je zeker zes volwassenen in een normale sedan kwijt of zelfs zeven als er iemand gezellig op de stoel bij de bestuurder kruipt. Uiteraard tellen kinderen niet als passagiers, dus het kan ook voorkomen dat het aantal zielen in een Toyota Camry oploopt tot een stuk of negen.) In record tijd ben ik dan toch weer thuis, waar ik schreeuwend welkom wordt geheten door mijn naar de rijstsoep genoemde rattenvanger: Kater Bobor.
Noedelsoep vrouwtje lacht breed als ze me weer ziet verschijnen de volgende ochtend voor mijn ‘noom bon tjok’. Op weg naar kantoor wordt ik gestopt door Brigitte die vraagt hoe het is geweest in Nederland en op het kantoor worden de kalenders met Hollandse plaatjes met de nodige Oehhhs en Ahhhs in ontvangst genomen.

Het schooljaar is nog nauwelijks begonnen, of er is een van de belangrijkste Boedhhistische feesten: Pchum Ben. Waarbij iedereen naar de tempel gaat om rijst te gooien naar de voorouders. Het precieze doel hierachter is niet eenvoudig te achterhalen. Ik krijg de indruk dat veel Khmer het zelf ook niet helemaal zeker weten, maar het is een goede reden voor een paar dagen vrij en om de mooie zijden rok en bloes weer eens uit de kast te trekken.
Ondertussen heb ik me op mijn studieboeken gestort, want de 14e oktober nadert rap en die dag heb ik het examen van de cursus ‘Development: context and practise’ waar ik me het afgelopen half jaar mee heb bezig gehouden in de vrije uurtjes. In de rest van het land vindt een volksverhuizing plaats en ook Mondulkiri blijft niet onaangedaan. Zo krijgen Charlotte en ik collega Kirsty op bezoek die in de provincie noordelijk van de onze werkt en wanneer Charlotte en zij hun reis vervolgen (Charlotte naar Kuala Lumpur voor de vrije dagen en Kirsty naar Phnom Penh), maken de volgende gasten hun entre in de vorm van de Vlaamse VSOer Dominique en twee van haar vrienden uit Phnom Penh: de Koreaanse Junghye en de Australier Troy, al met al een interessant multi-culti clubje. De toeristische trekpleisters van Mondulkiri worden afgegaan terwijl ik mij richt op armoede, globalizatie en de organisatie van de UN, maar ’s avonds gaan de boeken dicht en rijden we naar een uitzichtpunt voor de zonsondergang, waarna het meegebrachte wijntje op het balkon extra goed smaakt. Een ochtend en een middag geef ik mezelf vrij en zwemmen we in de Sen Monorom waterval, die weer aardig op maat is door de regen van de laatste tijd en bezoeken we de tempel. Het is tenslotte Pchum Ben en tot mijn schande moest ik erkennen dat ik de Sen Monorom ‘wat’ nog niet eerder had gezien, ook al ligt deze nog geen kilometer van mijn huis vandaan. De schreeuwerige kleuren van de schilderijen en vlaggetjes fladderen ons tegemoet. Het is een vrolijke tempel. Alleen jammer van alle afval en resthout dat zelfs in de tempel aan de kant is gesmeten. Het blijft Cambodja.

Een week nadat het feestdagen voorbij zijn, vind ik mezelf in een kamertje in Phnom Penh met twee andere ‘studenten’, een vragenboekje, een stapel antwoordpapier waar een boek opgeschreven kan worden en een surveillant die in mijn ooghoek met zijn voet tegen een tafelkleedje schopt. Dit is het moment van de waarheid en ik zal ze eens laten zien wat ik weet! Drie uur later prop ik met stijve vingers mijn meegebrachte pennenverzameling weer in mijn tas. Nu maar afwachten of mijn schrijfsels niet in de categorie ‘poor’ vallen, want zoals mijn online tutor zo vriendelijk vaststelde: ‘There are no wrong answers, only well presented arguments or poorly presented arguments’.
Maar dat is later zorg, nu eerst maar eens vieren dat het erop zit. Is er een betere manier om dat te doen dan met een ontspannende rug- en schoudermassage? Ik denk het niet.
Het is fijn om terug te zijn...

  • 21 Oktober 2010 - 12:48

    Katinka:

    Nou ik ga duimen voor je dat je het gehaald hebt. Het leuke van nu je verslagen lezen is, dat ik me nog beter kan plaatsen door al de verhalen die ik persoonlijk van je gehoord hebt. Mis je al wel weer hoor en ik zit de dagen af te tellen dat we weer met spandoek je mogen opwachten bij Schiphol. Wat ik al eerder zei, het lijkt niet alsof je weg bent geweest en ik hoop dat ik dat over 1,5 jaar ook weer kan zeggen. Nu wacht ik gewoon het volgende verslag af :)

  • 21 Oktober 2010 - 15:43

    Mam:

    Heerlijk om je verslag te lezen en fijn dat je het ook nu weer naar je zin hebt! Ik duim voor een goed studieresultaat.

  • 22 Oktober 2010 - 07:06

    Nien:

    Lieve Jel,

    Dat was weer een hele terugreis zeg! De toetsen heb je nu lekker achter de rug, dus dat is klaar. (wij duimen mee hoor) Nu weer aan de slag op je "oude" plekkie. Veel plezier en volgend jaar staan we gewoon weer met een spandoek klaar ;)

    Liefs, Nien

  • 22 Oktober 2010 - 08:22

    Diaan:

    Duimen, duimen, duimen.
    Wat een leuk verhaal weer, Jel!
    Ik vond het erg leuk om je weer te zien.....Ik wacht weer op volgend jaar (eigenlijk gaat een jaar snel :))
    xdiaan

  • 23 Oktober 2010 - 17:43

    Jenny Vanp:

    zo te lezen gaat het jegoed. Moeilijk om voor het 2e jaar daar naar toe te gaan?
    Ik hoop dat je het examen haalt.
    groetjes en hoed je haaks

  • 24 Oktober 2010 - 14:35

    Ellen Duijzer:

    Hoi Jeltje,
    Ik sprak je moeder vanmorgen nog in de kerk. En uiteraard hadden we het over je.
    Ik reageer weliswaar niet op je verslagen, maar ik lees ze wel. Je hebt een heel leuke manier van schrijven. Ik denk dat een carriere in de journalistiek ook wel wat voor je zou zijn.
    Maar eerst nog een tijdje Cambodja. Mijn vriendin is net verhuisd naar Jordanië waar haar echtgenoot vandaan komt.
    Ik vind het leuk over al die verschillende culturen te lezen, maar weet niet of ik me goed zou kunnen aanpassen.
    Heel veel sterkte met alles en tot schrijfs,
    Ellen

  • 14 November 2010 - 14:16

    Wies Van Der Vreede:

    Dag Jeltje

    Vanmorgen sprak ik je moeder bij het koffiedrinken na de dienst. Ik wist uiteraard wel dat je in C. zat maar niet dat je er zo'n interessante weblog op na houdt.Je moeder gaf de tip om eens te kijken en te lezen.
    Wat een ervaringen en belevenissen, zeg.Ik vind t geweldig en wens je een goed tweede jaar toe.


  • 16 November 2010 - 19:51

    Jannie Bannink:

    met heel veel interesse je verslag gelezen. knap dat je je zo snel weer aan kunt passen!ik hoop op een,,excellent result,, voor jou!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: ,

Kiwi's en Ozzies

Recente Reisverslagen:

30 Juli 2012

Einde (voor nu)

14 Juli 2012

In Memorium: Puck

12 Mei 2012

Nieuw Zeelands voor Beginners

07 Mei 2012

Waar ik nu ben

24 Februari 2012

Bericht uit Kampong Cham
Jeltje

Met ingang van het schooljaar 2009/2010 heb ik mijn baan voor de klas opgegeven voor een baan in het ontwikkelingswerk voor ruim 2 jaar. Ik blijf mijn roots trouw in het onderwijs, mijn taak wordt 'Effective teaching and learning advisor' in Cambodja. Het doel is leraren en leraren-coaches te adviseren en vertrouwd te maken met inclusief basisonderwijs, oftewel onderwijs dat voor iedereen toegankelijk is. Een mooie uitdaging dus, maar gelukkig sta ik hier niet alleen in. We werken in een team in de provincie Mondulkiri, tegen de grens met Viëtnam. Hoewel de plek waar ik kom te wonen de provinciehoofdstad 'Sen Monorom' is, is Mondulkiri erg dunbevolkt. Dat betekent voor Sen Monorom dat het niet veel meer is dan een dorp, maar bekend om de olifanten en de schitterende waterval, dus wie er een vakantietripje wil wagen: wees welkom :)

Actief sinds 11 Aug. 2009
Verslag gelezen: 746
Totaal aantal bezoekers 115745

Voorgaande reizen:

07 Mei 2012 - 31 Juli 2012

Kiwi's en Ozzies

02 September 2009 - 01 December 2011

In het land van de Khmer

Landen bezocht: