Waar ik nu ben
Door: Jeltje
Blijf op de hoogte en volg Jeltje
07 Mei 2012 | Maleisië, Kuala Lumpur
Onder mijn directe bereik bevindt zich een soepkom gevuld met koffie, voor mij een Koreaanse studente in een regenjas die aan de hoeveelheid bagage te zien gaat emigreren, links van mij een muur die ooit in een onwaarschijnlijk groene kleur is geverfd en rechts van mij een zakenman zonder iPad, iPhone of Mac wat weer een bijzonderheid op zich is. Tien meter verder gaat net de bus op weg naar de stad en daarachter is de lucht grijs. Ik heb nog elf uur en veerig minuten voordat mijn vlucht naar Christchurch (Nieuw Zeeland) vertrekt, dus ik ben mooi op tijd. (Oh, wat een teleurstelling, de zakenman rechts van mij voert ondertussen een telefoon gesprek door zijn, jawel, iPhone. Tot zo ver de verwachting een andere soortgenoot te bekennen die net als ik nog niet is ontwikkeld tot een iHomo sapiens).
Phnom Penh, lokale tijd: 6.00 uur
Meneer Yin heeft mij keurig opgepikt, zoals afgesproken om naar het vliegveld te rijden in mijn laatste tuctuc rit. Om het leed te verzachten rijden Jemma en Kim met mij mee. Zij hebben een dag met markten voor de boeg om het olifantenproject te voorzien van wat klinkt als een totale make over.
(Ik ben even afgeleid door een Japans uitziende meneer die het presteert een muffin ter grootte van een grapefruit in een keer op te eten zonder zijn handen te gebruiken, door zijn hoofd in zijn nek te leggen en het geheel zo naar binnen te werken. Best indrukwekkend.)
Nog een keer rijd ik langs het centrum met de opschietende dure koffieshops (de versie waar je echt koffie kunt drinken) en elektronica winkels, ingehaald door luxe Lexussen en aftandse motoren, langs de betonnen tempels die de oude stijl goedkoop kopieren, door de stinkende buitenwijken, langs de golfplaten loodsen, de peperdure internationale priveschool en om een oploopje van auto’s en motoren heen op de plek waar net een ongeluk is gebeurd. (De betrokken bestuurster van de motor had gelukkig een helm op en zat alweer rechtop.)
Phnom Penh airport is aardig aan het renoveren en we kunnen zelfs een kop koffie krijgen. Het wachten op een vliegveld wordt aanzienlijk veraangenaamd door Jemma en Kim, waarna het in een keer doorlopen is naar stoel D11 (gangpad).
Phnom Penh, lokale tijd: 15.30 uur, twee dagen hiervoor
De wind trekt aan tot een storm, net op het moment dat ik de sleutelbos meegrits, de deur laat slippen en de wind deze met een dreun dichtslaat. De bliksemschichten schieten door de lucht, wat verontrustende berichtjes doet opleveren in de strekking ‘gaat het wel door?’ Uiteraard gaat mijn afscheidsfeestje op een boot op de Mekong door, het is tenslotte Cambodja en het is tenslotte mijn afscheidsfeestje. Toegegeven, ik ben opgelucht als een uur later de donkere wolken wegtrekken over de noordkant van de stad, terwijl wij zuid de Mekong opgaan. Het laatste daglicht geeft een blik op de oever aan de oostkant en wat een verschil met nog maar twee en een half jaar geleden. De krotten van golfplaat, plastic en resthout hebben plaatsgemaakt voor luxe villa’s met zwembaden en een enkeling zelfs met een boothuis. Al is ‘plaatsgemaakt’ een wat beleefde term, want dat zal niet vrijwillig gegaan zijn.
Veel tijd voor serieuze overpeinzingen heb ik echter niet. Er is een goede opkomst die een fijne, gemixte groep maakt uit Mondulkiri, Kampong Cham en Phnom Penh. Er is muziek, allerlei soorten drank en snacks, een schitterende zonsondergang en als cacao op de cappuchino later een volle maan.
Na het aanleggen trekken we de stad in voor een laatste zaternacht in Phnom Penh stijl, wat betekent dat de volgende dag begon rond het middaguur met een brunch in cafe ‘Living room’, omdat dat de beste plek is om de kater uit te zitten.
Battambang, 4 dagen hiervoor.
De tweede stad van Cambodja is twee dagen reizen weg van Sen Monorom, vandaar dat ik er nog nooit geweest was. Een goede reden om na Kampong Cham een bezoek te brengen aan Leandra en Andre die daar wonen. Battambang is groen, schoon (relatief) en gemoedelijk en goed te ontdekken op de fiets. Andre laat me de toeristische plekken zien en met Leandra neem ik een kijkje op de Battambangse Pabo waar zij haar VSO placement heeft. Ik wordt heerlijk vertroeteld en kan sinds weken van spanning rondom afsluiten, afscheid nemen en plannen weer opladen.
Battambang heeft verschillende gallerien waar van alles wordt georganiseerd en waar Andre (die fotograaf is) ook een permanente expositie heeft. Locale kunstenaars hebben er hun atelier en het is verfrissend daar een kijkje achter de schermen te kunnen nemen en te zien dat er inderdaad veelbelovende Cambodjaanse kunstenaars zijn die meer doen dan Angkor Wat bij zonsopgang schilderen. Het circus in Battambang is beroemd en daar is reden genoeg voor. De acrobatische show is erg indrukwekkend.
Kampong Cham, 9 dagen hiervoor.
Het einde bij KAPE is daar en ik ga met pijn in mijn hart. Op vrijdagavond heeft Kurt van KAPE een buffet geregeld in zijn huis. Het wordt een gezellige avond bij kaarslicht, want de elektriciteit ligt eruit. Met 40 graden zou het best prettig geweest zijn als de ventilator ook op parafine kon werken.
Koeler was het in Mondulkiri, waar ik net daarvoor Khmer Nieuwjaar had gevierd. Terug in Mondulkiri voelde ik me in mijn Cambodjaanse thuis. Helaas maakte het regenseizoen een schijnbeweging en was de geplande motortrip naar Ban Lung van de baan, maar het frisse groen dat direct weer tevoorschijn kwam en het goede gezelschap, maakte dat er niets aan het bezoek ontbrak. Mooie herinneringen kunnen weer mee (samen met een darmvirusje/bacterie die nog steeds geen afscheid kan nemen).
Terug in Kampong Cham zijn mijn spullen gesorteerd en wat ik niet in mijn rugzak kan stoppen, ligt uitgespreid in de woonkamer van de kooi waar ik de afgelopen maanden heb gewoond.
Gelukkig zijn er genoeg mensen die best wat kunnen met mijn ‘ontwikkelings werkers kleding’ (luchtige, vormeloze rokken tot over de knie, slippers en hoog gesloten bloesjes), kastjes en andere ongein. Twee uur later is bijna alles weg en wat er over is wordt opgepikt van de kant van de weg.
Het besef van hoe ‘veilig’ dit huis in een kooi werkelijk is, kwam de dag voor Khmer nieuwjaar terwijl ik mezelf ’s avonds buitensloot toen ik op weg ging voor ons Kampong Cham sportuurtje en ik bedacht had dat ik mijn telefoon niet nodig zou hebben en daardoor ballast zou zijn. Ik huurde de eerste verdieping, die een eigen voordeur met hotelslot heeft. Zo’n knop met een dop aan de binnenkant die je induwt voor je de deur achter je dichttrekt. Om de deur te openen, van de buitenkant heb je dus wel een sleutel nodig. Mijn sleutelring lag echter nog aan de andere kant van de deur, in het daarvoor bestemde schaaltje. Aan die sleutelring zat ook de sleutel voor het hek dat de straat van de benedendeur scheidt. Mijn bewegingsruimte was nu effectief beperkt tot de voordeur van mijn huis tot het hek naar de straat. Dit hek is bevestigd aan het dak van het huis, wat betekent dat klimmen geen zin had. Mijn opties werden langzaam duidelijk.
1) Wachten tot iemand me gaat missen en een kijkje komt nemen. (Afgeschreven, dat kon lang duren, want het was bijna Khmer nieuwjaar.)
2) Wachten tot ik zo dun ben geworden dat ik tussen de spijlen doorkon. (Afgeschreven, om duidelijke redenen.)
3) Heel hard gaan schreeuwen en jammeren en aan de tralies van het hek rammelen tot iemand het niet meer aan kan horen en mij komt bevrijden. (Afgeschreven, het is cultureel onverantwoord emoties te tonen in het openbaar.)
4) Wachten op mijn landlady, zodat zij het hek en mijn deur kan openen en ik mijn sleutels kan pakken. (Afgeschreven, landlady woont in Stung Treng in hun 2e, 3e of 4e huis.)
5) Landlady bellen of ze een familielid kan sturen met de sleutel.
Dat werd het dus, met de bedenking dat ik mijn telefoon op het nippertje toch had meegepakt omdat er een stopwatch op zit die handig zou zijn geweest bij het sportuurtje.
Zo werd ik na een uur bevrijd uit mijn benarde situatie. De moraal: koop nooit een aparte stopwatch, want je zal je telefoon vergeten.
Kuala Lumpur Airport, lokale tijd: 13.30 uur.
Nog tien uur en tien minuten voordat ik in de richting van de Zuidpool vlieg. Inderdaad, het weer gaat even wennen worden. De eerste sneeuw is vorige week gevalling op het zuid eiland van Nieuw Zeeland. Gelukkig heb ik beschikking over een auto en ik hoop dat deze een werkende verwarming heeft. Wat een blije zorgen toch, als je op reis gaat. Verwarming, auto’s, vluchten, ... Dat zet zorgen om een nationaal onderwijssysteem toch in perspectief, nietwaar?
Nog tien uur en vijf minuten.
-
07 Mei 2012 - 07:10
Leandra:
Goed om te horen dat je het in ieder geval to KL gered hebt. Heb je mijn sms-je nog gehad? Of is 'ie verloren gegaan in het ruilen van de sim-kaarten. Succes met het wachten en het was heerlijk om zo een paar dagen met elkaar te hebben! Geniet van de sneeuw (gna gna....) -
07 Mei 2012 - 08:30
Katinka:
Oef...dat zal wel even wennen worden. Van 33 graden naar de sneeuw brrr....Heel veel plezier daar!!! -
07 Mei 2012 - 17:59
Nien:
Jeetje Jel, wat een avonturen weer;
gelukkig ben je vrijgekomen uit je kooi ;)
Als het goed is ben je nu onderweg naar de sneeuw. Wat een overgang zeg.... Toi, toi, toi!
Liefs, Nien -
11 Mei 2012 - 18:12
Dede:
Ik heb vanalles gemist omdat deze prachtverhalen ineens niet meer op mijn goede mailadres binnen komen. Maar geniet van de wonderen van de Kiwi's!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley