Glimlachen - Reisverslag uit , van Jeltje Doeven - WaarBenJij.nu Glimlachen - Reisverslag uit , van Jeltje Doeven - WaarBenJij.nu

Glimlachen

Door: Jeltje

Blijf op de hoogte en volg Jeltje

26 April 2010 | ,

Onze nieuwe collega komt…
En het is SPANNEND!
Eindelijk wordt ons pietepeuterige team versterkt. Met een Man. Een Filippino man genaamd BenHur. Als dat geen veel belovende naam is… Waar is die strijdwagen met de messen op de assen?
Toegegeven , een te grote dosis voorstellingsvermogen speelt me hier parten. Toch is het arriveren van een nieuwe collega een hele gebeurtenis, vooral wanneer je bedenkt dat we uit een team van drie bestaan (collega Charlotte, vertaler Chak en ik) en een vrijwilliger en een vertaler erbij dus grote gevolgen heeft. Nog niet zo lang geleden stonden wij aan de andere kant, maar nu is het aan ons de bezoekweek te regelen. Zo vind ik mezelf bij de minibusssen uitkijkend naar een Aziaat die ik nog nooit heb gezien, tussen de tientallen Aziaten die uit de bussen rollen en hun bagage uitladen. Gelukkig ben ik makkelijker te herkennen, al vanuit de verte komt er een grijnzend gezicht op me af met de vraag of ik dan ‘Djeldjie’ ben. Ja hoor, dat ben ik, ondertussen gewend aan een scala van varianten op het Friesche ‘Jeltje’.

Het fijne van een bezoekweek organiseren, is dat je het zelf ook hebt meegemaakt als bezoeker en dus vrij goed weet wat je wel en niet wilt. Wij gingen dus niet direct naar aankomst de hele gemeenschap voorstellen, maar wel alle goede restaurantjes af. Het scheelt dat je hier daarmee vrij snel klaarbent. Ben blijkt een relaxte veertiger die al een placement voor VSO achter de rug heeft in Papua Nieuw Guinea(!) Wat voor ons weer heel makkelijk is, want het is al snel beter, mooier, luxer en aangenamer dan Papua Nieuw Guinea.
We vinden een huis, een nieuwe vertaler en een nieuwe stamkroeg voor Ben en na een gezellige maaltijd in Khmer Kitchen, nemen we afscheid, want ik vlieg die donderdag naar Bangkok. Dit keer niet voor iets dat te maken heeft met ziekenhuizen, stenen en ledematen, maar om Joyce op te halen van het vliegveld! Dat zit zeker een stuk lekkerder in een krappe AirAsia stoel.

Om herhaling van mijn vorige taxi ervaring in Bangkok te voorkomen, neem ik de bus en dat gaat prima. Om tien uur ’s avonds zit ik voldaan mijn Pad Thai weg te werken, terwijl mijn tijdelijke thuis al is ingericht in een houten hokje met keihard matras. Heerlijk.

De volgende dag sjouwen Joyce en ik samen door Bangkok, ondanks de jetlag van eerstgenoemde en dat is nog heerlijker. We hangen de toerist uit en mijn eerdere ervaring met Bangkok komt toch nog van pas. Uiteraard nemen we als echte toeristen de tuctuc die ons vijf minuten lopen van onze bestemming af wil zetten. Dacht het niet. Om ons toch maar kwijt te raken, (we bleven koppig zitten) scheurt deze Speedy Gonzales tegen alle verkeer in de weg weer op en laat ons ter nauwernood uit de tuctuc vouwen aan de achterkant het gebouw, waar geen ingang is. Waar is die Thaise glimlach toch gebleven? Na een tempeltour en Thaise massage, waar we (glimlachend) enigszins fijngeknepen vandaan komen, zijgen we neer bij de Khou San Road met Sushi en een wijntje. Wat wil een mens nog meer?
Misschien veilig thuiskomen? Op de terugweg (de laatste keer met de tuctuc) komen we een leger roodhemden tegen. ‘You can get off here’ zegt onze chauffeur nog doodleuk. Gesterkt door onze vorige ervaring, krijgen we de chauffeur zover dat hij inziet dat hij of ons uit de tuctuc zal moeten sleuren, of hij zal moeten doorrijden. Hij kiest voor dat laatste. Zijn overhemd gaat open en daaronder komt een rood T-shirt tevoorschijn. Een rood petje gaat op en al fluitend op een sportfluit komen we er zowaar doorheen. Lachend neemt hij de royale fooi boven op de hard onderhandelde prijs van ons aan.

We maken er een tour van. Na Bangkok gaan we naar Krabi, vanwaar we het Reiley ‘Bob Marley-fan’ beach bezoeken. Vervolgens gaan we via PhiPhi eiland (met veel dronken Engelse tieners) naar de Maleisische grens en bezoeken we Georgetown. Bangkok-Krabi is goed te doen met de nachtbus, zo zegt men. En dat is het ook, alleen jammer dat je niet weet dat je om 6 uur in de ochtend als enige de bus uitgegooid wordt om over te stappen op een volgende. Slaapdronken trekken we onze schoenen aan en vergeet ik mijn boek terwijl we de bus uit rollen, onze ogen dichtknijpend tegen het felle ochtendlicht. Wazig zoeken we onze rugzakken die allemaal uit de bus zijn gehaald en op de grond zijn uitgestald. We worden een tuctuc in gebonjourd en daar in de koeltje die de bries met zich meebrengt beginnen we ons te realiseren wat er zojuist gebeurde en krijgen we een slappe lach die pas ophoudt in de stadsbus naar Krabi, waar we met onze zakken op onze rug waden door het water naar een bootje dat ons naar Reiley brengt. 11 Uur in de ochtend is het en we liggen op het strand.

Georgetown bereiken we tegen de avond. Het is al tien uur als we aankomen na een veertien uur durende trip, waarvan elf in een minibus waarvan de airconditioning het niet deed en waarbij ik mijn knieën ter hoogte van mijn neus had. Onze redding kwam toen het ding kapot ging aan de kant van een weg en een nieuwe bus ons na een uurtje verder meenam. De voedselstop was ook uitgebleven dus uitgehongerd wilden we aanvallen op alle eetbaars dat voorhanden was, ware het niet dat we nu in Maleisië waren en eerst ringits moesten hebben in plaats van Thaise Bath. De pinautomaat ligt in een achterstraat van Chinatown en met een lichtelijk unheimisch gevoel lopen we in stevig tempo daarheen. De tweede keer dat het mannetje op zijn fiets langskwam, bekeek ik hem al met licht wantrouwen, maar nadat hij mijn tas probeerde te grijpen de derde keer, kon ik met al mijn naïviteit er niet meer omheen. Dit was niet zo’n goede wijk. Uiteindelijk komen we met geld en lijf en leden terug bij ons guesthouse en eten uit nood een vette hamburger die verschrikkelijk goed smaakt na 14 uur vasten.

Na onze eerste ontmoeting met Georgetown kon het alleen maar beter worden en dat werd het ook. Een schitterende stad met koloniale gebouwen waar een mix van culturen al vroeg werkte tot een fushion in architectuur, keuken en mensen. Ik krijg Joyce zelfs mee in mijn nieuwe voorliefde voor Indisch eten, dus de naantjes en dosa’s die in onze magen zijn verdwenen zijn niet meer te tellen.

We reizen twee dagen later door naar de Cameron Highlands waar de theeplantages zijn. Zo leren we dat groene thee hetzelfde plantje is als zwarte, alleen niet gefermenteerd. Die wordt hier niet geproduceerd, want het klimaat is te vochtig. Dat wist je niet hè, voordat je dit las. Er is nog meer! Thee in een zakje is het afval van de theeblaadjes. Dag, Pickwick. En we doen het natuurlijk allemaal verkeerd, want thee moet LOS in de pot (zelfs niet in een ei) en pas na drie minuten mag je het schenken. (Gebruik van een zeefje is geoorloofd, wenselijk zelfs, vooral bij gebrek aan tandenstokers.)
Na deze heropvoeding op theegebied zien we ook nog een aardbeien boerderij (Hollandse plantjes, lekker hoor) en de onvermijdelijke tempel.

Ons guesthouse heeft voor op alle andere goedkope accomodaties in Tanah Ratah dat het een bar heeft waar ’s avonds bier geschonken wordt. Met als andere keuzes water en cola, doet het aan als een studentensoos. Buiten dat is het gezellig en voeren we als inmiddels volleerde backpackers de geoorloofde backpackers gesprekken. Wat inhoudt dat we aan het einde van de avond van iedereen weten waar ze zijn geweest, waar ze naar toe gaan, hoe lang ze al reizen en hoelang ze nog hebben voor het geld op is, maar dat we van niemand weten hoe hij of zij heet. Een kampvuurtje houdt in deze topografische overhoring de gelederen warm, want het is hier twintig graden en dus berekoud.

Het leuke van zo’n kampvuurgesprek is ook dat je de plannen wat af kan stemmen en zo doen we de dag erna een trekking door de jungle. Helaas kan Joyce niet meelopen, omdat die een ontstoken teen heeft opgelopen. Na een dag rust gaat het gelukkig weer. Ruim zes uur na het beginpunt kom ik gesloopt weer bij een relaxte Joyce die nog dagen mijn geklaag over spierpijn aan moet horen. Gelukkig is er GPS, anders liepen we nu waarschijnlijk nog ergens door de jungle te zoeken naar een nutteloos pirouettes draaiende richtingaanwijzer.

We haalden ons junglehart opnieuw op bij de volgende bestemming: de Taman Negara, het nationale park van Malesie. Weer lager en dus warmer, maar schitterende jungle met bijbehorende geluiden, bomen, lianen en beesten. De viervoeters laten zich niet zo zien bij dag, maar wel horen. Zo vertelt een gids ons dat we een neushoorn hebben gehoord, een helmneushoorn om precies te zijn en vanuit een nachttochtje in de jeep hebben we ook wat wilde katten en een slang weten te spotten.

De hoofdstad Kuala Lumpur is onze laatste Maleisische stop. Een schitterende, boven verwachting schone stad waar we genieten van de markten, voetmassages, uitzichten, mooie architectuur en gezellige avonden in de Reggea-bar. Waar de Aziatische obsessie met Bob Marley vandaan komt, is mij niet helemaal duidelijk, maar zijn muziek is nu voor eeuwig verbonden met deze vakantie. We hebben meer Bob Marley gehoord dan mijn moeder bij elkaar heeft gedraaid toen ik nog thuis woonde en dat is best een prestatie.

AirAsia brengt ons om 7 uur ’s ochtends veilig in Siem Reap, Cambodja. Een tijdstip dat niet heel handig gekozen blijkt, want we slaan feitelijk een nacht over om op tijd te zijn, maar gelukkig helpt Bob weer een handje.
Dezelfde dag huren we een fiets en fietsen we langs de belangrijkste tempels van Angkor Wat. Een lekker fietstochtje lans veel steen, maar de Tha Prom die voor meer dan de helft instort en waar de jungle meer regeert dan de steen is zelfs voor onze tempelvermoeide ogen nog indrukwekkend.
We besluiten een extra dagje in het gezellige Siem Reap door te brengen voor we te terugtocht naar Phnom Penh en Mondulkiri aanvaarden en laten in het thema van ‘relaxdag’ zelfs onze voeten schoon vreten door visjes in een zogenaamde ‘vismassage’.

Na drie weken reizen zijn we thuis, bij mij thuis in Sen Monorom. Phnom Penh hebben we na een warme dag in het teken van de S21 gevangenis en de killing fields achter ons gelaten. Voor mij is het terugkomen in het inmiddels bekende, voor Joyce is het even wennen aan het vele oranje en de blaffende honden, maar het gaat haar prima af.
Een crisis dreigde toen er geen water meer uit mijn kraan kwam en zo zelfs de emmerdouche wat problematisch werd, maar hij druppelt weer, dus na een uurtje de kraan open te laten kan een van ons wel douchen. Of we kunnen afwassen, het is maar net wat het meeste nodig is.
Ik heb mijn eigen theorie over de lage waterdruk. Mijn lieve landlady (huiseigenaar) neemt wraak. Ik weiger namelijk de elektriciteitsrekening te betalen. Het is namelijk hun rekening, over de periode dat ik er niet was. Ja, zij vond het ook zo gek dat de rekening zo hoog was, terwijl ik er helemaal niet geweest ben (Khmer glimlach). Redder-in-nood vertaler Chak kwam gelukkig even het woord doen (het maakt zo weinig indruk als je staat te stamelen in je derde taal) en vanmiddag komt er een tweede meter speciaal voor mij (zonder glimlach).

Tussen alle feestdagen in zijn de scholen wel of niet open, meer niet dan wel en eind van de week is de koning jarig. Komt dat even goed uit! Wij vieren Koninginnedag in Phnom Penh! Dus op naar een oranje shirtje, moet hier toch niet moeilijk zijn en kom maar op met de oranje tompoezen.


  • 26 April 2010 - 12:29

    Diane:

    Jeetje Jel, wat maak jij veel mee. Heerlijk om die verhalen van je te lezen...heb ik gemist hoor! Zo te lezen een goede vakantie gehad waarbij je veel te veel gezien hebt. Hoe is het eigenlijk met je pink? En verder? Mail je snel weer!
    kus diaan

  • 26 April 2010 - 16:30

    Marin:

    Wat heerlijk weer zo'n lekker lang verhaal van je, Jeltje! Als ik dit lees is het net of ik er bij ben.

    Veel plezier nog! :) Marin

  • 26 April 2010 - 16:35

    Arjan En Mirjam:

    Hoi Jeltje

    Leuk om je belevenissen zo weer mee te mogen beleven en gezellig ook dat Joyce langs kwam! Heel veel succes weer met werken en hopenlijk krijg je het nu met een extra paar handen ook wat minder druk!

    Groetjes, Arjan en Mirjam

  • 26 April 2010 - 18:33

    Esther:

    Wauw, wat een leuk verhaal, en ik moet even zeggen: wat zie je er onwijs goed uit!

  • 27 April 2010 - 06:46

    Michelle:

    Hey Jeltje,

    Het klinkt alsof jullie een hele leuke rip hebben gemaakt samen!
    Ik vind dat je het ook mooi beschijft allemaal!
    Veel succes ook weer bij het werken en ik denk aan je.
    Liefs Michelle

  • 27 April 2010 - 07:24

    Miriam:

    I am just drinking coffee with your mom, and it was lovely to read about how you are doing. Groetjes!

  • 27 April 2010 - 11:56

    Nien:

    Ha Jel,

    Wat leuk weer van je te horen! Zo te lezen was je vakantie leuk, dus dat is fijn!

    Hoe vond je de vismassage? Wij hebben 't vorige 'n fish-behandeling gehad voor handen en voeten en werd er behoorlijk kriebelig van......

    Hoop snel weer wat van je te hoern. Toi, toi,toi!
    xxx Nien


  • 28 April 2010 - 13:37

    Kitty Duquesnoy.:

    Wat een geweldig verhaal.
    Het is net of ik er bij ben.
    Nog heel veel plezier.
    Kitty.

  • 30 April 2010 - 21:40

    Dede:

    Als ik jouw verhalen lees, is het leven hier maar saai... Heerlijk om zo op de hoogte te blijven van je belevenissen. Je schrijfstijl verveelt nooit! Hier alles goed, ukkie groeit als kool.
    Liefs, Dédé

  • 02 Mei 2010 - 13:55

    Ilja:

    Heerlijk reisverslag. Krijg zelf nu ook onwijze zin in vakantie!!
    Enne, je krijgt nog geld van me voor de koffie! Helemaal vergeten. Sorry.....

  • 05 Mei 2010 - 18:28

    Mirjam:

    Hey Jeltje,

    Wat fijn dat jullie een leuke tijd met elkaar hebben gehad. Dat moet echt heel leuk voor jou zijn geweest. Ik ben ook heel benieuwd hoe Joyce het nu alleen heeft.

    Echt heel leuk om jou verhalen te lezen. Zo blijven we een beetje op de hoogte van al jou belevenissen. Want dat zijn het zeker!

    Liefs Mirjam en natuurlijk ook Gerbert en een kusje van Fleur!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: ,

Kiwi's en Ozzies

Recente Reisverslagen:

30 Juli 2012

Einde (voor nu)

14 Juli 2012

In Memorium: Puck

12 Mei 2012

Nieuw Zeelands voor Beginners

07 Mei 2012

Waar ik nu ben

24 Februari 2012

Bericht uit Kampong Cham
Jeltje

Met ingang van het schooljaar 2009/2010 heb ik mijn baan voor de klas opgegeven voor een baan in het ontwikkelingswerk voor ruim 2 jaar. Ik blijf mijn roots trouw in het onderwijs, mijn taak wordt 'Effective teaching and learning advisor' in Cambodja. Het doel is leraren en leraren-coaches te adviseren en vertrouwd te maken met inclusief basisonderwijs, oftewel onderwijs dat voor iedereen toegankelijk is. Een mooie uitdaging dus, maar gelukkig sta ik hier niet alleen in. We werken in een team in de provincie Mondulkiri, tegen de grens met Viëtnam. Hoewel de plek waar ik kom te wonen de provinciehoofdstad 'Sen Monorom' is, is Mondulkiri erg dunbevolkt. Dat betekent voor Sen Monorom dat het niet veel meer is dan een dorp, maar bekend om de olifanten en de schitterende waterval, dus wie er een vakantietripje wil wagen: wees welkom :)

Actief sinds 11 Aug. 2009
Verslag gelezen: 309
Totaal aantal bezoekers 119230

Voorgaande reizen:

07 Mei 2012 - 31 Juli 2012

Kiwi's en Ozzies

02 September 2009 - 01 December 2011

In het land van de Khmer

Landen bezocht: